Nog een tweetal zeezeilschoolse mijlenmakertjes en het is daar. De Azoren. Vers voedsel. Een douche. Het prachtige eiland Flores slaan onze helden over, S/Y Puerki vaart linea recta naar Peters Sport Café op Faial. Wat is er mooier daar te zijn in de dagen dat Nederlandse zeilers en masse in de Butt ’n Oyster zitten? Een update over mens en machine op weg naar de Europese tektonische plaat.
Voordat onze drie helden en hun bootjongste de zoekgebieden van de US Coastguard verlaten, enige uren nadat de tekst werd verstuurd over de keerzijde van ‘t zeezeilen, zien ze een blauw voorwerp in ‘t water drijven. Een blauwe tas? Een of andere visserijbenodigheid? Het valt nog niet mee het object terug te vinden nadat het gespot is. Het blijkt –weer hervonden- duidelijk geen drijver van een kreeftenkooi ofzo te zijn, het is een loodzwaar geval. Er groeien al wat zeediertjes of plantjes aan, maar allemaal duidelijk nog vrij vers.
Als de heren de grabbag openen zijn ze twaalf vuurpijlen en flares rijker. Isolatiedekens. Natte EHBO-spullen. Noodvoedsel. Batterijen. Een zaklamp. Duidelijk spullen die meegenomen worden bij het noodgedwongen op zee verlaten van een schip. Een zo compleet mogelijke lijst met serienummers en data wordt opgestuurd naar de kustwacht. We hebben onze vermoedens, maar nergens concreet bewijs dat deze tas bij de Cheeki Rafiki hoort. Later bereikt het nieuws ons dat de vermiste boot opnieuw is gevonden. Van de zeilers geen spoor. Het zoeken wordt gestaakt.
Precies, of beter gezegd: redelijk precies midden op de oceaan vieren Onze Jongens dat ze halverwege zijn. Met Brabantsche maar slaafvrije chocola, de versie met karamel en zeezout. Los van de mogelijk erbarmelijke omstandigheden in de zeezoutwinning waarover de verpakking niets meldt, een wonderlijke ervaring: alles wat je buiten aanraakt is zout. Nu zelfs ‘t eten! Terwijl dat nou precies de bedoeling is. Er wordt een wijntje met een kip en een haan op het etiket geopend. Er wordt gesproken over de wonderlijke route die dit Franse flesje heeft afgelegd. Een toost volgt. We staan nog een keer stil bij de mensen waarvan hun oversteek hier ergens eindigde.
Aan boord van de Franse Dame komt de dagelijkse routine weer op gang. Toch is er verandering: vanaf nu is het aftellen. In dagen, in mijlen. Op de een of andere manier heeft dat een behoorlijke invloed, zelfs op de stoere zeebonken a/b Madame Jeanneau. Herman Koch, mevrouw Rowling, Maasnieuws, de KIJK. Alles is gelezen. Er is begonnen in Nauti Nights, het minst belovende boek dat in de kast van ’t Visitorcentre op Bermuda wordt geruild tegen de Spaanse boeken die a/b zijn gevonden. De Heeren beschikken nog over twee afleveringen van IN DE KNOEI. Daarna moet er echt land in zicht komen.
De laatste dagen wordt Puerki getrakteerd op het ene na het andere dolfijnenbezoek. Af en toe wordt een wacht opgeleukt met een vrachtschip. En, ook al schrijven we uit principe niet over koersen, breedtegraden en andere zeil-specifieke zaken, dagen achtereen gunstige winden!
Pet-Rick wordt Muts-Rick wordt Thermonesier. Het nieuws dat hij NIET in Almelo hoeft te wonen, geeft hem midden op de oceaan steun. Ja, bezorgt hem zelfs een warm gevoel van binnen. Maar het is nog ver. De kou blijft een, hoe omschrijf je het weinig treffend? een heet hangijzer. Hij is voornemens koers te zetten naar Lagos in Portugal. In ieder geval NIET naar het noorden, al kan hij de verleiding tot zelfkastijding moeilijk weerstaan en stuurt zijn schip ’s nachts soms even recht naar de Noordpool. Hij heeft alleen zichzelf met deze actie. Zhe Boys maakt het niet uit. Via Groenland? Prima hoor.
Onze boordwerktuigkundige maakt overuren. Een uurtje studeren in de nautische meteorologie, of wat bladzijden in een of andere Bijbel voor scheepse klussers. Dan weer een klusje doen: het fornuis brandt nu weer mooi, al was die gele vlam ook wel gezellig. Een borrelboot met openhaard, waarom niet? Of hij stelt een diagnose: kaartplotter overleden. Volgens Tomastervolt is garantie de best mogelijke wijze AIS, radar en dieptemeter weer op het beeldscherm te krijgen. Het driekleurenlicht in de mast is weer gedoofd. Maar er is ook goed nieuws te melden. De dynamo houdt zich prima. De nieuwe marifoonantenne zit nog vast. En ook de windmeters doen het soms! De stuurautomaat laat de stuurinrichting van onze Franse vriendin lekker kraken. En ook de bilgepump schakelt zichzelf nu en dan in. So far so good.
’s Nachts is het zonder maan en sterren extreem donker. Beaujo maakt van het varen op kompas een spelletje. Alsof die achter de Nintendo een aan het racen is, met zelf verzorgde geluidseffecten. Verder denkt hij natuurlijk veel na over het leven in ruime zin des woords. Soms schiet hij opeens in de lach. Of hij drinkt gemberthee. Of staart naar de horizon. Soms combineert hij een aantal van deze zaken.
En de bijnaamloze Sybrand? Die aanschouwt een en ander met een glimlach. De heren dansen vandaag op Andre Hazes, ze rennen door de kajuit over de banken. Dat schijnt muziek die recht uit het hart komt allemaal teweeg te brengen. Ondertussen verheugt hij zich op de beste aardappels van de wereld en de uberverse nor-ma-le groentes die Terceira de mensheid biedt. Aan boord worden tegenwoordig courgettes en pompoenen aangesneden, gewokt en gekookt. Omdat het kan? Op de oceaan zou macrobiotisch toch een vis- of planktonmaaltijd op een bedje van zeewier moeten zijn? Waarom eet men hier tegenwoordig ook al dynamisch, antroposofisch en alternatief? Nog 1000 kilometer en dan maar eens een hamburgertje. Het aftellen is begonnen.